Kennis blok 2 week 1

Absolute en relatieve vermogensrechten

  • Absoluut: geldt ten opzichte van iedereen
  • Relatief: Beperkte rechten, gelden alleen tussen bepaalde persoon

 

Rechtssubjecten

  • Drager van rechten en plichten (rechtspersoon, natuurlijk persoon)

 

Rechtsobjecten

  • Entiteiten die voorwerp kunnen zijn van een recht

 

Rechtspersonen

  • Privaatrechtelijke rechtspersonen:
  • Publiekrechtelijke rechtspersonen:

 

Verbintenissen

  • Natuurlijke verbintenis: kan niet worden afgedwongen door de rechter
  • Gewone verbintenis: kan wel worden afgedwongen door de rechter
  • Nietige verbintenis: Gelde niet vanaf het begin, heeft volgens het recht nooit bestaan
  • Vernietigbare verbintenis: Geldt wel maar kan later vernietigd worden

 

Obligatoire overeenkomsten

  • Wederkerig en eenzijdig
    • Wederkerige overeenkomst: hieruit vloeien tussen partijen over en weer verplichtingen/verbintenissen voor (koopovereenkomst)
    • Eenzijdige overeenkomst: bevat slechts 1 verplichting/verbintenis (schenkingsovereenkomst)
  • Benoemd en onbenoemd
    • Benoemd: zijn nader in de wet geregeld
    • Onbenoemd: zijn niet nader in de wet geregeld
  • Consensueel en formeel
    • Consensueel: voor de rechtsgeldige totstandkoming van de overeenkomst is het voldoende dat partijen het over de overenkomst eens zijn (bijv. Mondeling gesloten koopovereenkomst)
    • Formeel: er is meer nodig dan alleen wilsovereenstemming, er gelden bepaalde vormvereisten (bijv. Koopovereenkomst woning)

 

Wilsgebreken

  • Bedreiging: Het uitoefenen van psychische dwang waardoor de wil wordt beinvloed (art. 3:44 lid 2 BW)
  • Bedrog: Bij dwaling is sprake van een verkeerde voorstelling van zaken die min of meer per ongeluk tot stand zijn gekomen. Bij bedrog is opzet in het spel: de bedriegende partij doet bij haar wederpartij/slachtoffer willens en wetens een onjuiste voorstelling van zaken onstaan door het toepassen van een zogenoemde kunstgreep. (art. 3:44 lid 3 BW)
  • Misbruik van omstandigheden: Door gebruik te maken van de bijzondere omstandigheden waarin de wederpartij zich bevindt.
  • Dwaling: Een overeenkomst is onder invloed van het wilsgebrek dwaling gesloten als bij beide of een van beide partijen sprake is geweest van een onjuiste voorstelling van zaken. (art 6:228 BW)

 

Grenzen overeenkomst

  • De overeenkomst is in strijd met een dwingende wetsbepaling (art. 3:40 lid 2 BW) gevolg: nietig
  • De overeenkomst is in strijd met de goede zeden (art. 3:40 lid 1 BW) gevolg: nietig
  • De overeenkomst is in strijd met de openbare orde (art. 3:40 lid 1 BW) gevolg: nietig

 

Handelingsbekwaamheid

  • Definitie: iedere natuurlijke persoon is bekwaam tot het verrichten van rechtshandelingen, voor zover de wet niet bepaalt

 

Twee groepen die vernietigbare rechtshandelingen kunnen verrichten

  • Minderjarigen (art. 1:234 BW)
  • Onder curatele gestelden (